“Hoe kom jij eigenlijk de winter door?” vroeg een ecoloog van een bevriend adviesbureau me deze week. Voor veel ecologen valt de topdrukte immers in de lente en zomer, waarin het veldwerk moet gebeuren. Dan broeden immers de vogels, vliegen de vleermuizen, bloeien de planten en zijn insecten actief. Herfst is voor uitwerken en opschrijven, en in de winter wordt het inmiddels onstane stuwmeer aan overwerkte uren weggewerkt met vrije dagen.
Bij mij gaat het de laatste jaren anders. Steeds meer opdrachten bestaan uit het analyseren van gegevens en het bedenken en plannen van onderzoek, en zijn dus niet meer afhankelijk van het seizoen. Zo ben ik deze winter naast het afronden van rapporten, ook druk met onderzoek plannen en gegevensanalyses. De analyse van edelhert-bewegingen en konijnentellingen bijvoorbeeld, of het meeschrijven aan een richtlijn voor de omgang met kunstlicht en vleermuizen.
De rest van de tijd gaat op aan voorbereiden van het veldwerk in de komende maanden: onderzoeksprotocollen schrijven, vallen, cameravallen en geluidsrecorders kalibreren en repareren, vergunningen en ontheffingen voor onderzoek aanvragen. Het wordt weer een mooi veldseizoen!