Vier artikelen over de wilde kat

Deze week viel de special van het Natuurhistorisch Maandblad over de wilde kat op de mat. In vier artikelen wordt ingegaan op terreingebruik, de ontwikkeling van de populatie in de afgelopen decennia, over hybridisatie, en over potentie voor verdere verspreiding. En ik schreef aan drie van de vier stukken mee.

Het idee voor de special ontstond op eens studiedag van ARK Rewilding over wilde katten, en René Janssen van Bionet Natuuronderzoek trok alle bijdragen vlot. In combinatie met een kundige reactie ontstond dit fraaie nummer. Laat me weten als je een van de artikelen als pdf wilt ontvangen, of kijk op researchgate.

Publicatie: ontwikkeling en verspreiding van de Nederlandse wolvenpopulatie

Samen met Bob van den Brink en Luuk Boerema maakte ik afgelopen zomer voor BIJ12 een analyse  naar wat kan worden verwacht omtrent de verdere ontwikkeling van de in Nederland voorkomende wolvenpopulatie.  Meer specifiek heeft de analyse zich gericht op het verkrijgen van inzicht in:

1. De huidige en toekomstige ontwikkeling van de wolvenpopulatie in Nederland en de factoren die hierop van invloed kunnen zijn (populatie en toekomstperspectief);

2. De huidige en toekomstige ontwikkeling van de verspreiding van de wolf in Nederland en de factoren die hierop van invloed kunnen zijn (verspreiding en toekomstperspectief);

3. De samenhang tussen de in Nederland voorkomende wolven(sub)populatie met de binnen Europa te onderscheiden wolvenpopulaties én de schaal waarop deze gedefinieerd kan worden (samenhang van de populatie).

Het rapport is te vinden op de website van BIJ12.

Cameravallen

Afgelopen seizoen weer veel kunnen werken met cameravallen. Onder andere samen met agrarische collectieven in Fryslân. Zij zetten camera’s bij nesten van weidevogels, ik analyseerde de beelden en maakte kaarten, grafieken en schatte met statistische rekenmodellen de dagelijkse nestoverleving. Daarnaast ook in het Utrechtse weidegebied gewerkt.
En er zaten weer prachtige en spannende beelden bij:

 

Prachtige vleermuisgeluiden

Vleermuizen gebruiken ultrasone geluiden om hun omgeving waar te nemen, en om onderling te communiceren. Mensen kunnen die geluiden pas horen als ze vertraagd worden (of met andere technische trucjes), of zien door ze af te beelden als een “sonogram”. Dat is een grafiek van de frequentie en volume van het opgenomen geluid in de tijd. Als je dat doet, gaat er een wereld voor je open. Neem bijvoorbeeld deze opname van afgelopen maand.

 

Nieuw rapport – zeearenden in in Nederland

Voor Staatsbosbeheer stelden Stef van Rijn en ik een overzicht op van de kennis over de Zeearend in Nederland. In het rapport geven we een overzicht van onderzoek aan deze indrukwekkende vogel in Europa, en beschrijven we de vestiging van de Zeearend als broedvogel in Nederland, van de eerste wintergasten, zomergasten, en het eerste broedgeval in 2006 tot en met de stand van zaken in 2016. We zetten op een rijtje wat het broedsucces in die jaren is geweest, waar de broedende dieren vandaan kwamen en waar de in Nederland uitgebroede zeearendjes terecht kwamen. Dat konden we doen omdat een groot deel van de Nederlandse zeearend-kuikens geringd wordt.

We vermoeden wel dat niet alle waarnemingen van gekleurringde zeearenden worden gemeld. Dat is wel belangrijk om beter te snappen waar de jonge dieren blijven. Melden van waargenomen zeearenden met kleurringen kan heel eenvoudig via een nieuw website: cr-birding.org. Zeearenden kun je hier invoeren.

En het volledige rapport? Die download je hier (pdf, 6 Mb).