Ook dit jaar monitoren Altenburg & Wymenga, Ecosensys en ik in opdracht van de provincie Friesland het effect van marterbeheer op nestsucces van weidevogels in Fryslan. Dat kan alleen dankzij de inzet van vrijwilligers van de collectieven. En zij hebben de eerste nesten zijn alweer gevonden.
Tag: onderzoek
Even overpakken
Vaak pakken kerkuilen prooien die ze naar partner of jongen brengen in de vlucht al over van poot naar snavel. Deze deed dat een keertje na landing pas.
Hallo daar
Druk bezig met cameravalwerk. En dat levert leuke beelden op.
Prachtige vleermuisgeluiden
Vleermuizen gebruiken ultrasone geluiden om hun omgeving waar te nemen, en om onderling te communiceren. Mensen kunnen die geluiden pas horen als ze vertraagd worden (of met andere technische trucjes), of zien door ze af te beelden als een “sonogram”. Dat is een grafiek van de frequentie en volume van het opgenomen geluid in de tijd. Als je dat doet, gaat er een wereld voor je open. Neem bijvoorbeeld deze opname van afgelopen maand.
Nieuw rapport – zeearenden in in Nederland
Voor Staatsbosbeheer stelden Stef van Rijn en ik een overzicht op van de kennis over de Zeearend in Nederland. In het rapport geven we een overzicht van onderzoek aan deze indrukwekkende vogel in Europa, en beschrijven we de vestiging van de Zeearend als broedvogel in Nederland, van de eerste wintergasten, zomergasten, en het eerste broedgeval in 2006 tot en met de stand van zaken in 2016. We zetten op een rijtje wat het broedsucces in die jaren is geweest, waar de broedende dieren vandaan kwamen en waar de in Nederland uitgebroede zeearendjes terecht kwamen. Dat konden we doen omdat een groot deel van de Nederlandse zeearend-kuikens geringd wordt.
We vermoeden wel dat niet alle waarnemingen van gekleurringde zeearenden worden gemeld. Dat is wel belangrijk om beter te snappen waar de jonge dieren blijven. Melden van waargenomen zeearenden met kleurringen kan heel eenvoudig via een nieuw website: cr-birding.org. Zeearenden kun je hier invoeren.
En het volledige rapport? Die download je hier (pdf, 6 Mb).
Trailcam tuesday – vos in dassentunnel
Dassentunnels worden niet alleen gebruikt door dassen. Deze werd ook door een voorzichtige vos gebruikt om veilig de snelweg te passeren. Beeld is uit een onderzoek naar gebruik van faunapassages in de gemeente Ede, dat ik deed met Van Bommel Faunawerk.
Trailcam tuesday: dassentunnel
Elke dinsdag plaats ik een cameraval-foto op mijn website: trailcam tuesday. Vandaag weer een foto uit onderzoek uit faunapassages in Ede dat ik deed met Van Bommel Faunawerk. Deze dassentunnel verdiende duidelijk zijn naam!
Rapport: muizeneters
In 2015 voerde ik samen met Delta Milieu en Bionet Natuuronderzoek, – en ondersteund door verschillende studenten en vrijwilligers – voor ARK Natuurontwikkeling onderzoek uit naar voedselbeschikbaarheid voor muizeneters in graslanden in Midden- en Zuid-Limburg.

Het is een onderzoek in het kader van Beschermingsplan Oehoe, naar het jaagsucces van muizeneters in graslanden. Het onderzoek is bedoeld om meer zicht te krijgen op de verspreiding, dichtheid en beschikbaarheid van kleine zoogdieren als konijnen en muizen in relatie tot het grondgebruik en beheer. Deze zoogdieren zijn een belangrijke voedselbron voor de oehoe maar ook voor wilde kat, havik, rode- en zwarte wouw, buizerd, blauwe kiekendief, ransuil, kerkuil en torenvalk.
Uit het onderzoek blijkt dat van de verschillende graslandtypen in Zuid-Limburg, hooilanden en extensief begraasde natuurgraslanden het meeste voedsel opleveren. Deze graslanden bevatten gedurende het hele broedseizoen veldmuispopulaties. De hooilanden en extensieve begrazingsgebieden hebben alleen in het vroege voorjaar een geschikte vegetatiestructuur zodat muizenetende roofvogels effectief kunnen jagen. In de jongenperiode van roofvogels, als de prooibehoefte het grootst is, zijn hooilanden en extensieve begrazingsgebieden te ruig en worden ze minder door torenvalken bejaagd, vooral in de randen en de aanliggende bermen. De meeste jaagtijd (per hectare) is doorgebracht nabij hooilanden en op net gemaaide graslanden.
In het Kempen~Broek was het lastig om de relatie van jagende torenvalken met beheer en vegetatiestructuur te onderzoeken; de agrarische gebieden hadden vrijwel allemaal een lage dichtheid aan muizen en zelfs in de natuurgraslanden zaten matige aantallen. Kerkuilen zijn afhankelijk van jaren met pieken in de veldmuizenstand en waren in het matige seizoen van 2016 naast woelmuizen vooral aangewezen op spitsmuizen. Gebieden met variatie en randen in de vorm van houtwallen, bosranden en bronbossen bieden in slechte veldmuisjaren grote voordelen, zoals het geval was in Cottessen in Zuid-Limburg. Grootschalig agrarisch land bied in slechte veldmuizenjaren onvoldoende alternatief voor jagende kerkuilen.
Het volledige rapport is hier down te loaden.
Vleermuiskasten
Een van de thema’s van afgelopen weken en komende maanden is vleermuiskasten. Niet alleen ga ik de kasten die ik controleer met Vleermuiswerkgroep Gelderland uitbreiden en heb ik er nu een stel in de Noordoostpolder hangen, ook is vorige week de vleermuiskasten database waar we met een groep al sinds de 1e Bat Box Symposium aan werkten gelanceerd. Een online database voor beheren en delen van gegevens over bezetting van vleermuiskasten.
wintertellingen 2016
Het leven is niet alleen maar werken, er moet ook gehobbyd worden. Een van die hobbies is het jaarlijks tellen van overwinterende vleermuizen rond wageningen. Dat is kruipen, bukken en goed kijken.
Dat tellen doe ik als lid van de Vleermuiswerkgroep Gelderland, en in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring Overwinterende vleermuizen, dat Centraal Bureau voor de Statistiek en de Zoogdiervereniging uitvoeren in opdracht van onze overheid. In alle provincies tellen vrijwilligers als wij vleermuizen in allerlei objecten. Die gegevens vormen samen landelijke en provinciale trends, en worden zelfs gebruikt voor het bepalen van de trends van vleermuizen in Europa.
