Onderzoek gestart: op zoek naar de verdwenen ingekorven vleermuizen

Sinds 2012 zijn er in een beschermd natuurgebied ongeveer 500 ingekorven vleermuizen kwijt. Bionet Natuuronderzoek,  Regelink Ecologie & Landschap en ik zijn op zoek!

Ingekorven vleermuis. Foto: René Janssen.
Ingekorven vleermuis. Foto: René Janssen.

In Midden-Limburg ligt het enige Natura 2000 gebied in Nederland waarvoor ook gebouwen zijn aangewezen als beschermd gebied: Abdij Lilbosch en Klooster Mariahoop. Deze gebouwen zijn aangewezen omdat ze dienen als kraamverblijven voor de ingekorven vleermuis. Jaarlijks wordt het aantal ingekorven vleermuizen dat op de zolders verblijft geteld door vrijwilligers. Tot en met 2012 lieten deze tellingen een stijgende lijn zien. In 2012 was dat anders: een groot aantal ingekorven vleermuizen verhuisde van Lilbosch naar Mariahoop en 500 ingekorven vleermuizen ontbraken. Een korte zoekactie in augustus 2012 leverde helaas niet de vindplaats van deze 500 dieren op.

Voor de Provincie Limburg was dat aanleiding om onderzoek te laten uitvoeren naar deze verdwenen dieren. Dit onderzoek wordt deze zomer uitgevoerd, door de combinatie Bionet Natuuronderzoek, Jasja Dekker Dierecologie, Regelink Ecologie & Landschap. Met dit onderzoek zal antwoord worden gegeven op de volgende vragen:

  • Wanneer komen de ingekorven vleermuizen terug uit hun winterverblijfplaatsen? Hoe snel gaat de opbouw in de kraamverblijfplaatsen? En hoeveel dieren zijn er deze zomer?
  • Waar wonen de 500 verdwenen ingekorven vleermuizen nu?
  • Wat is het landschapsgebruik van de ingekorven vleermuis? Jagen ze net als in 2007 in stallen, bossen en lanen? En is het terreingebruik vergelijkbaar met dezelfde soort in Vlaanderen en Wallonië?
  • Wat eten de dieren?

Time-lapse camera’s en tellingen

Om te ontdekken hoe de populatie opbouw verloopt, hangen op de zolders van Abdij Lilbosch en voormalig Klooster Mariahoop enkele time-lapse camera’s. Die maken ieder uur met infrarood een foto van de groep ingekorven vleermuizen. Ook wordt eens per maand het aantal aanwezige vleermuizen geteld.

Verzamelen mest

Onder de hangplekken van de ingekorven vleermuizen hebben we plastic vellen gelegd: hiermee wordt de mest verzameld om later te kunnen bepalen welke insecten de vleermuizen gevangen hebben en daarmee wat hun voedsel is waar ze jagen.

Recorders in snackbars

De ingekorven vleermuis is een fan van vliegen. Vliegen zijn te vinden in koeienstallen waar grote aantallen stalvliegen aan het plafond hangen. Op deze locaties hangen we luisterkastjes op om te zien of in deze stal ingekorven vleermuis jagen. Als hier de ingekorven vleermuis jaagt worden ze met behulp van mistnetten gevangen en voorzien van een zender.

Antenne op het dak van de auto

Zodra ingekorven vleermuizen gevangen zijn worden ze voorzien van een hele kleine en lichte radiozender. Deze zender zendt een radiosignaal uit dat door middel van een speciale antenne op het dak van de auto en een ontvanger opgevangen wordt. Door met de auto achter de gezenderde ingekorven vleermuis aan te rijden wordt deze vleermuis vanaf de vangplek tot aan zijn verblijfplaats gevolgd. Vervolgens wordt die verblijfplaats onderzocht: zit daar dan een deel van de de 500 verdwenen dieren?

Onderzoek windenergie en ecologie door consortium

Sinds kort werk ik in consortium met Alterra en Regelink Ecologie & Landschap aan ecologisch onderzoek in het kader van de plaatsing van windturbines op land.

De komende jaren dient 6000 MW aan extra turbines op land gerealiseerd worden. Een enorme opgave om ervoor te zorgen dat Nederland minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Het plaatsen vanwindturbines kan echter negatieve effecten hebben op beschermde planten en dieren. Met name vogels en vleermuizen kunnen slachtoffer worden van windmolens. Om de nationale doelstelling te halen, is het belangrijk deze kans vroeg in het planningsproces in kaart te brengen en de risico’s op slachtoffers te mitigeren.

Thijs Molenaar vleermuisexpert bij Regelink Ecologie & Landschap: “Van het foerageergedrag, migratiegedrag en aanpassen van gedrag bij het plaatsen van windmolens is nog maar een beperkte kennis voor handen. Het aantal slachtoffers van vleermuizen verminderen vraagt een combinatie van onderzoek naar de ecologie, gebruik en ontwikkeling van nieuwe apparatuur en innovatie.”

Turbine2

Het eerste project dat aan de combinatie gegund is betreft een ontwikkelingslocatie in de provincie Gelderland. In het plan is voorzien in de plaatsen van 5 windmolens. De combinatie onderzoekt in opdracht van de ontwikkelaar of effecten op beschermde soorten natuurgebieden te verwachten zijn en of het maken van een milieu effect rapportage noodzakelijk is. De combinatie van het team flexibele en ervaren (veld)medewerkers van Regelink Ecologie & Landschap, de wetenschappelijke ervaring van Jasja Dekker en de juridische-ecologische ervaring van het onderzoeksteam bij Alterra heeft de ontwikkelaar het vertrouwen gegeven het onderzoek aan de combinatie te gunnen.

Fred Kistenkas is jurist bij Alterra: “Om te voorkomen dat projecten verzanden in juridische procedures is het van groot belang dat ecologen, juristen en ontwikkelaars elkaar in een vroegtijdig stadium opzoeken. Aan het begin van een project in kunnen schatten welke mogelijke effecten te verwachten zijn zorgt ervoor dat er vaak juiste (verzachtende) maatregelen getroffen kunnen worden.”

Ruimtelijke context van hibernacula

Een nieuwe publicatie! Dit stuk schreven we op basis van de wintertellingen van de Zoogdiervereniging, en veldwerk en analyses door Sander van de Koppel.

In het kort gaat het erover dat de geschikheid van een winterverblijf van vleermuizen niet alleen wordt bepaald door het binnenklimaat, en rust (geen menselijk gebruik tijdens winter) maar ook de directe omgeving en het landschap rond het verblijf.

Het abstract vind je hier, het hele stuk kun je bij mij opvragen.

New paper!s On how hibernacula characteristics, direct surroundings, surrounding landscapes and use by humans affect numbers of hibernating bats. Request a copy from me, or read the abstract.

Cover De Boer et al.

Ingezonden brief NRC Next: vampier of vleermuis?

Op 11 april verscheen er een goed stuk in NRC Next, over White Nose Syndrome, een syndroom dat in de VS gepaard gaat met enorme sterfte onder vleermuizen. Heel goed dat NRC er aandacht aan besteedde, maar de kop zat er net naast: “Vliegende vampier sterft witte dood in winterslaap”. Tijd voor een ingezonden brief, die vandaag werd geplaatst. Want de vampier is maar 1 van de ongeveer 1240 vleermuissoorten die we kennen.

Continue reading “Ingezonden brief NRC Next: vampier of vleermuis?”